‘Hoe heeft Sinterklaas nu al zoveel pepernoten hier naartoe gebracht?’ Een klein jongetje kijkt ietwat verward naar zijn vader terwijl hij dit vraagt en met grote ogen naar al het strooigoed voor de kassa kijkt. Ook op het gezicht van de vader zie ik verwarring ontstaan. Hoe red ik me hier nou weer uit? Ik hoor het hem bijna denken. Dan zegt hij plotseling zonder aarzelen: ‘Sint heeft speciale hulpbakkers in Nederland. Die belt hij op om pepernoten te bestellen zodat kinderen weten dat hij er bijna aankomt met nog meer pepernoten.’ Goed bedacht! Het jongetje denkt even na en lijkt genoegen te nemen met deze uitleg. Het klinkt logisch. Tevreden loopt hij aan de hand van zijn vader de winkel weer uit. Ik blijf nog even achter en geniet na van het grote geloof in de Sint.
Tegelijk herinnert het me aan de discussie die weer in volle gang is over Zwarte Piet. Gek genoeg wordt het perspectief van het kind daar vaak amper in meegenomen. Ik weet bijna zeker dat dit jongetje niet in termen van onderdrukking nadenkt over Pieten. Voor hem zijn ze onderdeel van het verhaal over Sinterklaas en zijn ze zwart omdat ze door de schoorsteen moeten. Dat ze daar niet pikzwart van worden en dat de helft van Nederland geen schoorsteen meer heeft waar je helemaal doorheen kunt, doet voor hem niet ter zake. Simpel omdat fantasie en werkelijkheid nog door elkaar heen lopen. ‘Magisch denken’ noemen we dat binnen de ontwikkelingspsychologie. Kinderen zijn dan nog niet in staat om logisch over oorzaak en gevolg na te denken. Tegenstellingen kunnen prima naast elkaar bestaan en sprookjes zijn ‘echt’. Begrippen als discriminatie en slavernij komen dus nog niet voor in hun denkwereld. Te moeilijk. Daarom gelooft het jongetje zijn vader ook zo snel! We hoeven dan ook niet bang te zijn dat we de generatie van de toekomst als racisten opvoeden door Zwarte Piet zwart te laten. Aan de andere kant biedt het magisch denken ook heel makkelijk de kans om Piet een andere kleur te geven. Als er maar een ‘logische’ verklaring bij zit, zullen er weinig kinderen vallen over de verandering. Is hij geel, omdat hij misselijk is van al het snoepen? Oranje omdat hij de wortels van het paar opeet? Wit omdat hij zich zo goed wast? Geen probleem! Dat de Sint zelf nooit zo oud kan worden en het voor een paard niet heel gemakkelijk is om een dak te beklimmen en te berijden, gaat er immers ook voor zoete peperkoek in.
Kortom, het maakt geen sinterklaaszak uit welke kleur een Piet heeft. Als de uitleg maar te volgen is. Het zijn volwassenen die met elkaar een probleem in stand houden, hoe begrijpelijk het misschien ook is. Doordat ze teveel nadenken? Zou de wereld er niet mooier uitzien als we met elkaar konden kijken als een kind? En als we in het denken over het sinterklaasfeest het kind meer centraal stellen? Het zou in elk geval een boel discussie schelen zo rond de feestdagen!