Ergens in 2001 kreeg ik voor het eerst les over psychische ziektebeelden. Ik kan me niet herinneren dat ik veel heb ‘gezien’ van de theorie. Het enige filmpje wat ik als lesmateriaal kan opdiepen uit mijn geheugen is van een Amerikaanse vrouw die op korrelig beeld vertelt over haar spinnenfobie. Inmiddels geef ik zelf les en is lesmateriaal overal. Programma’s over stoornissen en therapie (zoals ‘Anita wordt opgenomen’, ‘Verslaafd’ of ‘Je zal het maar hebben’) zijn heel gewoon op televisie en geven stuk voor stuk gezicht aan theoretische begrippen als schizofrenie, verslaving of angststoornissen. Ik maak er dankbaar gebruik van in mijn lessen. Soms twijfel ik ook of ik bepaalde beelden wel moet laten zien. Zoals gister.
Ik keek naar de documentaire ‘Emma wil leven’ van BNN; een zeer indrukwekkend en mooi gemaakt verslag over anorexia. Na jarenlange behandeling kiest Emma nog één keer voor het leven. Dit legt ze vast op beeld, wat later de basis vormt voor de documentaire. Emma overleeft het niet. Haar lichaam is zichtbaar op. Een uitgemergeld lijf, verdriet, eenzaamheid en angst. Angst voor de dood en angst voor het leven. De tranen rolden af en toe over mijn wangen en ik heb vol verbijstering gekeken hoe deze psychische ziekte Emma letterlijk de dood in jaagt. Wat ik wist, kreeg een gezicht. Alles wat anorexia inhoudt en wat dilemma’s zijn bij de behandeling kwam aan bod. In het extreme. Precies datgene wat ik zie als de kracht van beeldmateriaal als het gaat om het uitleggen van een stoornis. Een ‘geslaagde’ documentaire dus. En prachtig lesmateriaal zou je zeggen. Toch twijfelde ik. Laat ik deze schokkende beelden zien als ik straks weer lesgeef over eetstoornissen? Is het niet te heftig? Het antwoord komt wederom van een student, waarmee ik contact had over de documentaire. Ik legde haar mijn twijfel voor. Haar reactie: ‘Het is een heftige en verdrietige documentaire. Het kan studenten heel erg raken, maar het is ook wat je tegen kan komen.’ Dit tweeledige karakter neem ik mee naar mijn lessen in het algemeen. Laat ik dingen zien die studenten tegen kunnen komen of helpt het feit dat ze geraakt worden bij het begrip van de stof? Dan laat ik het zeker zien. Gaat het ze alleen raken, dan denk ik er nog eens over na. De uitkomst is open. Lesmateriaal is overal, zolang het aansluit bij het doel van de les.
Beeld: BNN
Hoi Jobbe, bedankt voor je leuke reactive en het compliment. Leuk om te lezen dat dit dilemma ook op andere afdelingen spelt; ik had het zelf niet zo bedacht bij archeologie, maar zoals je het beschrijft ak ik het me goed voorstellen. Hopelijk volg je ons nog een tijdje. Mijn takeover zit er eind deze week op, dus dan neemt een ander het over. Uiteraard kun je me blijven volgen via deze site , facebook en instagram!
Dag Saskia,
Nu ook al een geweldige blog. Wat doen jullie dit goed, Ik moet zeggen, ik volg, twitter, een netwerk meestal meer met de afdeling archeologie van Saxion, maar met je posts heb je voorlopig ook in mij even een volger gevonden.
Wat goed dat je over dit onderwerp schrijft. Het sluit perfect aan bij een debat waar ik me ook in het erfgoed ook hard voor maak en waarvan ik weet dat het bij archeologie op Saxion ook leeft: hoe laat je zien waar het echt om gaat? Conflict archeologie – de studie van de resten van gewapend conflict – is nu razend populair, ook bij studenten, maar als dat een jongensboek wordt, een cowboyverhaal van winnaars en helden en fascinatie voor wapens, dan schiet het natuurlijk zijn doel voorbij. Oorlog is vreselijk. Archeologisch onderzoek laat ook zien dat het dat is. Daar zit de kracht van dat werk. En daar moeten we dus niet omheen lopen bij het onderwijs: studenten moeten dat voelen.
Ik heb anorexia van heel dichtbij meegemaakt. Het is een van de meest vreselijk dingen die ik heb gezien in mijn leven. Goed dat je dit schrijft! En goed dat je het meeneemt in je lessen.