‘Stagemisbruik vaker bij psychologen, architecten en communicatiemedewerkers dan bij andere starters’, lees ik afgelopen maandag op de site van de onderwijsgids. De kop triggert me vanwege het woord psychologen. Dat gaat over mij en mijn studenten. Kom je aan psychologen, dan kom je aan mij; dat idee. Actueel nieuws ook, zo blijkt als ik verder lees. Minister Asscher schrijft op 5 december in een brief aan de Tweede Kamer dat pas afgestudeerde psychologen met name in de gezondheidszorg vaak moeilijk aan het werk komen en dus een alternatief zoeken. Ze vinden dat in het vervullen van een zogenaamde werkervaringsplek, waarmee ze wel ervaring opdoen, maar weinig verdienen. Uitbuiting zou het zijn.
Herkenbaar, denk ik meteen. Ik weet het nog van de tijd dat ik zelf voor het eerst naar een ‘echte’ baan zocht. Pas afgestudeerd, in verhouding weinig ervaring en tegelijk enorm gedreven om eindelijk iets te gaan doen met mijn psychologendiploma. Er zijn veel sollicitatieprocedures geëindigd met de zin: ‘We krijgen de indruk dat je nog te weinig ervaring hebt voor het vervullen van deze functie.’ Zucht. Ik zie het eveneens bij studenten die ik les heb gegeven. Ze willen graag aan de slag en eindigen in eerste instantie toch vaak bij een baan die niks met hun diploma Toegepaste Psychologie te maken heeft of, jawel, bij een werkervaringsplek. Bij de HoP gaat het er zelfs regelmatig over! Wat is de nieuwswaarde?, vraag ik me dan ook af tijdens het lezen (je leest het helemaal via deze link). Dat komt naar voren in het stuk waar staat beschreven dat het moeilijk is om bedrijven die zich schuldig maken aan deze uitbuitpraktijken op de vingers te tikken, omdat de ‘stagiaires’ vaak zelf akkoord gaan met het schamele loon. Alles voor de werkervaring.
Daar denk ik wat langer over na. Is het opdoen van werkervaring echt zo belangrijk dat de werkervaringsplek de enige weg is? Maken bedrijven dan niet gewoon dankbaar gebruik van deze ontwikkeling? Of is het andersom, kunnen starters niet anders en worden ze inderdaad uitgebuit? Iets met een kip en een ei en wat eerst was. Ingewikkeld.
De dag erna geef ik les over het uitvoeren van een agressieregulatietraining bij jongeren met gedragsproblemen. Ik merk dat studenten het moeilijk vinden om goed te begrijpen waar het om draait tijdens deze training. Ze hebben nog te weinig haken om de stof aan op te hangen. Bij mij schieten er steeds praktijkvoorbeelden door mijn hoofd. Het jongetje wat woest op mij werd, omdat hij dacht dat ik hem schopte, terwijl ik alleen mijn benen over elkaar deed en hem toevallig raakte omdat we aan dezelfde tafel zaten. Het meisje dat zo impulsief was, dat ze negen van de tien keer al in de aanval ging voordat ze het hele antwoord had gehoord. Die praktijkervaring helpt inderdaad. Ik ben dan ook absoluut voor het opdoen van zoveel mogelijk ervaring tijdens een studie. Desnoods vrijwillig. Eenmaal afgestudeerd wordt het een ander verhaal. Ook dan is een werkervaringsplek natuurlijk prima. ‘Maar blijf je bewust van je positie en maak gebruik van je plek,’ zeg ik vaak tegen studenten. Bij een werkervaringsplek mag je diversiteit verwachten. Minder verantwoordelijkheid. Begeleiding. Als ze jou gebruiken, kun je daar maar beter gebruik van maken. En blijf gaan voor een ‘gewone’ baan. Dat is je diploma waard!
Ook te lezen via http://humansofpsychology.nl/de-kip-en-het-ei-van-de-werkervaringsplek/