‘Ik weet hoe belangrijk namen zijn en hoe leuk studenten het vinden als ik hun naam weet. Ik doe niet voor niets zo mijn best. Tegelijk is er kennelijk ook ergens een behoefte om uniek te zijn. Meer dan een naam.’
13-9-17
Het begin van de nieuwe lesweken staat vaak grotendeels in het teken van kennismaken. Dat begint bij het leren kennen van elkaars naam. Met zes klassen onder mijn hoede betekent dat voor mij welgeteld 101 namen, die gekoppeld moeten worden aan 101 gezichten. In de juiste combinatie. Gelukkig heb ik daar zo mijn strategieën voor. Ik bedenk beelden bij namen, repeteer de namen met behulp van foto’s die ik gemaakt heb of noem de eerste lessen heel bewust steeds elke naam als ik iemand aanspreek. Het werkt; ik loop keurig op schema. Het heeft echter ook een nadeel: ik hoor vaak de rest van de kennismakingsoefening nauwelijks. De namen slurpen al mijn aandacht op. Tot ik vorige week aanwezig was bij een kennismaking die een collega verzorgde.
Saskia twee, drie of vier
De opdracht ging volledig over namen. Waar komt je naam vandaan? Wat betekent je naam? Ben je er blij mee? Enzovoort. Zelf deed ik ook mee. Ik bleef vooral hangen bij de vraag of ik blij was met mijn naam. Ja, dacht ik, ik ben wel blij met mijn naam. Saskia. Klinkt goed. Ik ben er ook nooit echt mee gepest. Bovendien gebeurt het niet vaak dat ik met een andere Saskia in een groep zit. Er bestaan natuurlijk wel andere Saskia’s, maar ik ben zelden Saskia twee, drie of vier. Prima onderbouwing leek me. Vervolgens kwam het bekende ‘rondje’. Alle studenten en aanwezige docenten gaven een korte samenvatting van hun bevindingen. Daar gebeurde het: de meeste studenten noemden bij de uitleg over het al dan niet blij zijn met hun naam eenzelfde soort reden als ik had gedaan. ‘Ik ben niet zo blij met mijn naam, ik zit altijd met naamgenoten in een groep,’ zei een meisje bedremmeld. ‘Prima naam hoor, ik ben tenminste altijd de enige,’ aldus de nonchalante en toch ook enigszins opgeluchte onderbouwing van een mannelijke collega-student.
Meer dan namen alleen
Mijn radartjes draaiden al snel volle toeren. Ik weet hoe belangrijk namen zijn en hoe leuk studenten het vinden als ik hun naam weet. Ik doe niet voor niets zo mijn best. Tegelijk is er dus kennelijk ook ergens een behoefte om uniek te zijn. Meer dan een naam. Een naamgenoot lijkt dit te verstoren. ‘Ken mijn naam en zie dan mij’, is de boodschap die ik gratis cadeau krijg bij deze oefening. Dat vind ik een mooi streven voor het vervolg van mijn kennismakingsrondes.