‘Wat is het toch mooi om docent te zijn; om dit soort ontwikkelingen van dichtbij te mogen aanschouwen en om iemand te zien groeien. Om trots te zijn. Dat is soms best wat spanning waard.’
17-2-18
Rond deze tijd van het jaar hangt er altijd spanning in de lucht op school. Het is assessment-tijd. Dat betekent dat eerstejaars studenten live mogen laten zien of ze in staat zijn om een professioneel gesprek te voeren. Bijna allemaal vinden ze het enorm zenuwslopend. Elk jaar opnieuw. Vorig jaar zag ik dat in een extreme vorm. Bij een student die ik moest beoordelen, ging het niet zoals gehoopt. De spanning liep zo hoog op dat al na een paar minuten een volledige blokkade voelbaar en zichtbaar werd. Er kwam geen woord meer uit; er bleven slechts twee paniekerig kijkende ogen over. Het raakte me enorm. In plaats van gesprekstechnieken was ik faalangst aan het testen, zonder dat ik iets kon doen om het leed te verzachten. Geruststellen hielp niet, een korte time-out ook niet. Uiteindelijk was de enige mogelijkheid om samen met de student te besluiten om het volgend jaar een nieuwe kans te geven.
Spanning bij binnenkomst
Dat volgende jaar bleek afgelopen week te zijn. Zonder dat ik dat zelf zo had gepland, kwam dezelfde student opnieuw bij mij. Ik zag de spanning al bij binnenkomst; sterker nog, ik voelde het zelfs in mijn eigen lichaam. Plaatsvervangend zullen we maar zeggen. Wederom de grote ogen en tegelijk toch ook een beetje meer vertrouwen. Of hoopte ik dat alleen?
Juichen
Gedurende het gesprek werd duidelijk van niet. Ik zag een hele andere student. Zichtbaar enorm goed voorbereid, zich bijna vastbijtend in het gesprek. Op een positieve manier. Want wat ging het goed! Open vragen, gevoelsreflecties; alles erop en eraan. Zonder vast te lopen. Van binnen was ik al aan het juichen voordat ik de beoordeling helemaal kon afronden. ‘Dan wil ik u hartelijk danken voor dit gesprek en maken we zo een nieuwe afspraak.’ De woorden waarmee de student een einde maakte aan dit spannende moment. Hoewel, de volledige beoordeling moest nog volgen. Als een soort deel van de martelgang moeten studenten die op de gang afwachten. Bij terugkomst weer die grote, gespannen ogen. ‘Ik mag je feliciteren, dat was een erg goed gesprek. Ik ben trots op je’, aldus mijn welgemeende reactie. Nu vulden de ogen zich met ongeloof. ‘Echt!? Ik dacht dat ik weer een onvoldoende had’, klonk het door het lokaal. Opnieuw een moment dat me raakte. Wat is het toch mooi om docent te zijn; om dit soort ontwikkelingen van dichtbij te mogen aanschouwen en om iemand te zien groeien. Om oprecht trots te zijn. Dat is soms best wat spanning waard.
Afbeelding: pixabay.com