Afgelopen dagen ben ik meerdere malen slachtoffer geweest van stereotypering. Niet omdat ik een vrouw ben of blond, maar vanwege mijn werk als docent. Op de een of andere manier schijnt dit beroep samen te gaan met een bepaald beeld. Bij een stereotype is dat meestal één beeld. In mijn geval waren het gek genoeg twee uitersten. Laat ik beginnen bij een gesprek wat ik met iemand had. Ik vertelde wat ik zoal deed. Toen ik aankwam bij het lesgeven, was het antwoord: ‘O, dan heb je vast lekker veel vakantie!’ Een veelgehoorde reactie. De mensheid schijnt te denken dat de functieomschrijving van docenten gedekt wordt met de zin: weet de vrije tijd op adequate wijze in te vullen. Ok, ik geef toe, er zijn veel schoolvakanties en dus ook een aantal lesvrije weken per jaar. Absoluut heerlijk. Toch is het werk dan vaak nog niet af en vermaken wij ons met nakijken, scripties lezen of lesontwikkeling. Het is geen groot vakantieparadijs. Bij dezen wil ik dat misverstand dus graag voor eens en voor altijd de wereld uit helpen.
Dan het andere beeld. Dat is er vooral bij een specifieke doelgroep: de studenten. In tegenstelling tot het idee dat ik altijd vakantie heb, gaan sommige studenten er vanuit dat ik nooit vakantie heb. Sterker nog, ook geen weekend of nachtrust. Het gebeurt regelmatig dat ik op zaterdagavond mail krijg en op maandagochtend nog één, met de vraag waarom er nog geen reactie gekomen is. ‘Heeft u mijn mail wel ontvangen, ik heb nog niks gehoord?’ Natuurlijk heb je nog niks gehoord, denk ik dan. Ik heb meer te doen. In dezelfde lijn liggen vragen om af te spreken. Het liefst dezelfde dag nog en het zou helemaal perfect zijn als het over een uur al kan. Het lijkt soms wel of studenten denken dat ik alleen voor hen leef. Het toppunt kwam afgelopen maandag toen mijn voicemail was ingesproken door een student. Of ik even terug wilde bellen. Nog voor ik het bericht goed en wel had afgeluisterd (ongeveer een half uur na inspreken), kreeg ik ook een mail van dezelfde student. Omdat ik niet terugbelde, probeerde hij het via deze weg nog maar eens. Het moet niet gekker worden! Ook het idee dat ik non-stop beschikbaar ben, mag dus de wereld uit. Mocht je dit nou enigszins gefrustreerd over vinden komen; dat kan. Waarschijnlijk ben ik aan vakantie toe.